Crowdfunding voor bestuurders F.C. Ankaraspor

€ 355,00
Donaties: 10
Start: 28-11-2024

Laatste donaties

Datum Bedrag Deelnemer Opmerking
03-12-2024 € 25,00 Stijntje
01-12-2024 € 50,00 Erik
01-12-2024 € 5,00 Dave vd zanden

Fotografie: Roger Cremers - gepubliceerd in NRC

Doneer en help de schade voor de bestuurders van F.C. Ankaraspor op te vangen.

Onderstaand een deel van het artikel in NRC (link naar artikel)

"Sportbestuurders Sinds een paar jaar kunnen sportbestuurders hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld voor onbehoorlijk bestuur. Dat leidt niet vaak tot een rechtszaak, maar de angst daarvoor groeit bij vrijwilligers. „Straks moet ik op water en brood leven.”

Hayati Kulaksiz en Halit Yetik, voorzitter en secretaris van de Amsterdamse amateurvoetbalclub F.C. Ankaraspor, zitten op een doordeweekse middag in het beklaagdenbankje van de rechtbank. Een klein uur hebben ze geluisterd naar het pleidooi van hun advocaat en de aantijgingen van de tegenpartij, bouwbedrijf Klies & Jozef. Dan richt de rechter zich tot hen. Willen ze nog wat kwijt?

Kulaksiz, werkzaam bij een supermarktketen, kijkt vertwijfeld om zich heen. Hij is óp van de zenuwen, heeft hij voorafgaand aan de zitting verteld, slaapt slecht en heeft uitslag op zijn gezicht. Hij doet er het zwijgen toe. Zijn medebestuurder, die trainingen geeft in crisismanagement bij een ziekenhuis, vertelt dat hij nooit eerder voor een rechter heeft gestaan. Hij vindt het „heel erg” wat er is gebeurd, en sluit niet uit dat hij zijn huis en auto kwijtraakt. „Straks moet ik op water en brood leven.”

De twee bestuurders worden hoofdelijk aansprakelijk gesteld door Klies & Jozef voor de openstaande kosten – ruim 333.000 euro – van een half afgebouwde sportkantine met kleedkamers op het terrein van Ankaraspor, vlak achter de Jaap Eden ijsbaan in Amsterdam-Oost. Door dat uitstaande bedrag staat het bouwbedrijf op omvallen, betoogt de advocaat. De situatie is volgens hem zó penibel en uitzichtloos dat het bouwbedrijf via een kort geding een oplossing wil forceren.

De advocaat van de beklaagden noemt zijn cliënten „goedwillende vrijwilligers” voor wie „alles op het spel staat”. Ze hebben enkel „iets goeds willen doen voor de Amsterdamse gemeenschap”, zegt hij, en zijn het slachtoffer van trage besluitvorming en een niet nagekomen zorgplicht van de Amsterdamse gemeente, die als subsidiegever en adviseur bij het bouwproces betrokken was – een lezing die weersproken wordt door de gemeente. Eigenlijk, suggereert hij, zou de gemeente in het beklaagdenbankje moeten zitten, niet zijn cliënten.

Ook het bouwbedrijf is kritisch op de gemeente en betreurt „de persoonlijke situatie” van de twee bestuurders. Maar in de kern gaat het om de vraag „waar de beslissingsbevoegdheid ligt”, zegt de advocaat. Er zijn handtekeningen gezet onder een bouwopdracht, terwijl de bestuurders niet zeker wisten of er voldoende geld kwam om de kantine te kunnen bekostigen. „Dat laatste moet u bewijzen”, zegt de rechter, „voordat u de huizen onder de heren vandaan haalt”. Hij last een pauze in zodat de partijen „het samen op kunnen lossen”. Tevergeefs."

Beloning